Eigen en vreemd vermogen
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de gemeente is onderverdeeld in algemene reserves en bestemmingsreserves (incl. egalisatiereserves). Het verloop van de afzonderlijke reserves in de planperiode is met een toelichting opgenomen in paragraaf 1.7. Samengevat is de begrote omvang van de reserves als volgt:
Reserves (per 31-12) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene reserves | 50.997 | 47.077 | 45.945 | 47.210 | ||||
Bestemmingsreserves | 45.561 | 43.999 | 42.483 | 40.888 | ||||
Totaal reserves | 96.558 | 91.076 | 88.428 | 88.098 | ||||
Bedragen x € 1.000 |
Onderwerpen
Eigen en vreemd vermogen
Vreemd vermogen
Voorzieningen, gevormd voor verplichtingen of kwantificeerbare financiële risico´s, behoren tot het vreemde vermogen. Het verloop van de voorzieningen is opgenomen onder de bijlagen. De tweede component van het vreemde vermogen betreft de opgenomen geldleningen. De waarde daarvan is nu (nog) beperkt. In de toekomst gaat het bedrag aan opgenomen geldleningen sterk stijgen omdat de financieringsbehoefte toeneemt.
Eigen en vreemd vermogen
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de verhouding van het eigen vermogen in een percentage weer ten opzichte van het balanstotaal. Bij de behandeling van de Kadernota 2017 heeft de raad bepaald dat de solvabiliteit minstens 30% moet zijn. In de planperiode van de Programmabegroting 2017-2020 wordt deze grens in 2019 bereikt. Als gevolg hiervan zijn nieuwe investeringen voorlopig niet meer mogelijk. Dit komt doordat nieuwe investeringen gepaard zullen gaan met extra externe financieringsmiddelen (vreemd vermogen) en daardoor het solvabiliteits-percentage zal afnemen.
Solvabiliteit
%
2017
35
2018
31
2019
30
2020
30
2021
30
2022
31
2023
31
2024
31
2025
32
2026
32
2027
33
Eigen en vreemd vermogen
Financieringspositie
In de paragraaf Financiering wordt aandacht besteed aan de financieringspositie. Het accent ligt daar op het treasury-beleid en het renterisicobeheer. Hier wordt vooral ingegaan op de financieringsbehoefte, de beschikbare financieringsmiddelen en het financieringssaldo in meerjarenperspectief.
Voor de financiering van de geactiveerde uitgaven op de balansposten materiële, immateriële en financiële vaste activa en het onderhanden werk in de vorm van grondexploitaties heeft de gemeente financieringsmiddelen nodig. De financieringsmiddelen bestaan uit eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (voorzieningen en opgenomen geldleningen). Het financieringssaldo is het verschil tussen de geactiveerde investeringen en de beschikbare financieringsmiddelen. Voor de bepaling van de financieringsbehoefte is uitgegaan van het investeringsprogramma 2017-2020.
Uit de onderstaande tabel blijkt dat de investeringen in vaste activa sterker stijgen dan de daarvoor beschikbare financieringsmiddelen. Voor het verschil moet een beroep worden gedaan op de geld- en kapitaalmarkt. In de planperiode 2017-2020 is ervan uitgegaan dat in elk jaar vaste geldleningen worden aangetrokken. In het financieringstekort tot aan de kasgeldlimiet (€ 17 mln.) wordt voorzien door het opnemen van kort lopende geldleningen (kasgeld).Financieringspositie per 1-1
2017
2018
2019
2020
Financieringsbehoefte
Investeringen
184.000
222.000
240.000
239.000
Financiële vaste activa
8.000
8.000
8.000
8.000
Grondexploitaties
35.000
35.000
35.000
35.000
Totaal financieringsbehoefte (1)
227.000
265.000
283.000
282.000
Financieringsmiddelen
Reserves
103.000
97.000
92.000
88.000
Opgenomen langlopende leningen
72.000
93.000
135.000
158.000
Voorzieningen
20.000
20.000
21.000
22.000
Vooruit ontvangen overheidsbijdragen
-
-
-
-
Totaal financieringsmiddelen (2)
195.000
210.000
248.000
268.000
Financieringssaldo (2-1) overschot / tekort
-32.000
-55.000
-35.000
-14.000
Bedragen x € 1.000
Eigen en vreemd vermogen
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Van de onderstaande arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met een ongelijkmatig uitgavenkarakter zijn de lasten in de exploitatiebegroting opgenomen. Het betreft:
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
2017
2018
2019
2020
Uitkeringen voormalig personeel en flankerend beleid
1.314
1.314
1.314
1.314
Uitkeringen voormalige wethouders
194
39
35
35
Totaal
1.508
1.353
1.349
1.349
Bedragen x € 1.000
Voor onderstaande arbeidskosten gerelateerde verplichting is een voorziening gevormd. Jaarlijks wordt de benodigde omvang van de voorziening bepaald. Het gaat om de volgende verplichting:
Voorziening arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
1-1-2017
1-1-2018
1-1-2019
1-1-2020
Voorziening pensioenen gewezen wethouders
2.839
2.705
2.572
2.438
Totaal
2.839
2.705
2.572
2.438
Bedragen x € 1.000
Eigen en vreemd vermogen
Emu-saldo (Europese Monetaire Unie)
In het bestuurlijk akkoord ‘Beheersen EMU-saldo lokale overheid’ is onder andere afgesproken dat in de begrotingen van gemeenschappelijke regelingen, gemeenten en provincies het EMU-saldo wordt opgenomen. Hiermee wordt een goede informatievoorziening beoogd die essentieel is voor het op macroniveau monitoren en beheersen van het EMU-saldo en voor het onderhoud van het gemeente- en provinciefonds.
Eigen en vreemd vermogen
Geprognotiseerde balans 2017
ACTIVA
1-1-2017
31-12-2017
PASSIVA
1-1-2017
31-12-2017
Vaste activa
Eigen vermogen
Immateriële vaste activa
Reserves
a. Algemene reserves
54.926
50.998
b. Overige bestemmingsreserves
48.355
45.561
Totaal immateriële activa
0
0
Totaal eigen vermogen
103.281
96.559
Materiële vaste activa
183.866
221.673
Totaal materiële activa
183.866
221.673
Vreemd vermogen
Voorzieningen
7.165
7.593
Financiële vaste activa
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer:
- deelnemingen
5.691
5.691
Onderhandse leningen van:
Leningen aan:
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen
72.000
93.000
a. Overige langlopende leningen u/g
69
58
b. Overige uitzettingen met een rente- typische looptijd van één jaar en langer
3.300
3.300
Totaal fianciële activa
9.060
9.049
Totaal vreemd vermogen
79.165
100.593
Totaal vaste activa
192.926
230.722
Totaal vaste passiva
182.446
197.746
Vlottende activa
Vlottende passiva
Voorraden:
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
17.610
23.000
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar:
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar:
a. Vorderingen op openbare lichamen
a. Banksaldi
3.600
4.094
b. Verstrekte kasgeldleningen
b. Overige schulden
27.500
55.000
c. Rekening-courantverhoudingen
d. Overige vorderingen
9.000
9.000
Liquide middelen
10
10
Overlopende activa
4.000
4.000
Overlopende passiva
10.000
10.486
Totaal vlottende activa
30.620
36.010
Totaal vlottende passiva
41.100
69.580
Totaal
223.546
266.732
Totaal
223.546
266.732
(bedragen x € 1.000)
Eigen en vreemd vermogen
Tabel Emu-saldo
Conform de afspraak uit het bestuurlijk akkoord moet daarom het EMU-saldo over het voorafgaande jaar (jaar t-1), het actuele jaar (jaar t) en de volgende jaren (jaar t+1 t/m 3) in de begroting worden opgenomen. Hierdoor hebben de besturen van gemeenschappelijke regelingen, gemeenteraden en provinciale staten inzicht in het EMU-saldo. De ontwikkeling van het EMU-saldo is in overeenstemming met het verplichte model opgenomen.
EMU-saldo
2016
2017
2018
2019
2020
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves
-10.517
-6.438
-4.933
-2.122
-334
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
15.444
8.779
9.996
10.972
10.954
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
1.956
2.054
2.054
2.054
2.054
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
-34.010
-47.000
-29.000
-11.000
-7.000
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overige, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
-
-
-
-
-
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
-
-
-
-
-
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.
-2.290
-7.931
-12.129
-14.887
-5.463
8
Baten bouwgrondexploitatie
2.097
2.639
2.754
7.735
10.343
9
Lasten op balanspost voorzieningen
-1.556
-1.626
-1.064
-1.063
-1.841
10
Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten
-
-
-
-
-
11
Verkoop van effecten
-
-
-
-
-
Berekend EMU-saldo
-28.876
-49.523
-32.322
-8.311
8.713
Bedragen x € 1.000
Eigen en vreemd vermogen
Wet Houdbare Overheidsfinanciën
De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF) is de Nederlandse uitwerking van de Europese afspraken ten aanzien van de overheidsfinanciën. In het beheersen van de Europese normen voor de overheidsfinanciën hebben het rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De wet HOF heeft daarom ook regels voor de bijdrage die decentrale overheden moeten leveren aan het bereiken en houden van houdbare overheidsfinanciën. Dit betekent voor de decentrale overheden een beperking van de investeringsuitgaven en sancties als zij te veel investeren.
Eigen en vreemd vermogen
Vennootschapsbelasting (vpb)
In 2017 zal vpb-aangifte gedaan moeten worden over 2016. De gemeente is weliswaar in een aantal gevallen vpb-plichtig maar slechts in het kader van grondexploitaties zal wellicht ook daadwerkelijk vpb afgedragen moeten worden.