In de paragraaf Financiering wordt aandacht besteed aan de financieringspositie. Het accent ligt daar op het treasury-beleid en het renterisicobeheer. Hier wordt vooral ingegaan op de financieringsbehoefte, de beschikbare financieringsmiddelen en het financieringssaldo in meerjarenperspectief.
Voor de financiering van de geactiveerde uitgaven op de balansposten materiële, immateriële en financiële vaste activa en het onderhanden werk in de vorm van grondexploitaties heeft de gemeente financieringsmiddelen nodig. De financieringsmiddelen bestaan uit eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (voorzieningen en opgenomen geldleningen). Het financieringssaldo is het verschil tussen de geactiveerde investeringen en de beschikbare financieringsmiddelen. Voor de bepaling van de financieringsbehoefte is uitgegaan van het investeringsprogramma 2017-2020.
Uit de onderstaande tabel blijkt dat de investeringen in vaste activa sterker stijgen dan de daarvoor beschikbare financieringsmiddelen. Voor het verschil moet een beroep worden gedaan op de geld- en kapitaalmarkt. In de planperiode 2017-2020 is ervan uitgegaan dat in elk jaar vaste geldleningen worden aangetrokken. In het financieringstekort tot aan de kasgeldlimiet (€ 17 mln.) wordt voorzien door het opnemen van kort lopende geldleningen (kasgeld).
Financieringspositie per 1-1 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|
Financieringsbehoefte | | | | |
Investeringen | 184.000 | 222.000 | 240.000 | 239.000 |
Financiële vaste activa | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
Grondexploitaties | 35.000 | 35.000 | 35.000 | 35.000 |
Financieringsmiddelen | | | | |
Reserves | 103.000 | 97.000 | 92.000 | 88.000 |
Opgenomen langlopende leningen | 72.000 | 93.000 | 135.000 | 158.000 |
Voorzieningen | 20.000 | 20.000 | 21.000 | 22.000 |
Vooruit ontvangen overheidsbijdragen | - | - | - | - |
Bedragen x € 1.000 | | | | |