Uitgangspunten financieel beleid

Aantal inwoners en woonruimten

Voor de ramingen is uitgegaan van de prognose van aantallen inwoners en woningen zoals opgenomen in de onderstaande tabel. In de ramingen van de woningaantallen is rekening gehouden met sloop en nieuwbouw, die beperkt is en voor zover nodig aansluit op de regionale programma’s voor de ontwikkeling van woon- en werklocaties.

	1-1-2017	1-1-2018	1-1-2019	1-1-2020
1. Inwoners	74.200	74.400	76.800	77.000
2. Woningen	36.400	36.500	37.600	37.800

Onderwerpen

Uitgangspunten financieel beleid
Loon- en prijspeil
Gelet op de huidige lage inflatie en de te verwachten lage indexering van het gemeentefonds is voor 2017–2020 afgezien van indexering van de uitgavenbudgetten (behoudens contractuele afspraken hierover).
Voor de raming van de salarislasten in de begroting 2017 en de meerjarenramingen 2018-2020 is uitgegaan van de toegestane personele formatie per 1-1-2017 en het loonkostenniveau per 1-4-2016 conform de CAO gemeenten.
Uitgangspunten financieel beleid
Uitgangpunten Programmabegroting 2017 - 2020
De Programmabegroting 2017-2020 is opgesteld in overeenstemming met de uitgangspunten uit de kadernota 2017, die op 7 juli 2016 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hierop zijn mutaties meegenomen als gevolg van autonome- en exogene ontwikkelingen. Een belangrijke ontwikkeling is de gewijzigde regelgeving in het kader van het vernieuwde BBV (Besluit Begroting en Verantwoording).
Uitgangspunten financieel beleid
Algemene uitkering gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is geraamd op basis van de laatst beschikbare gegevens uit de meicirculaire 2016. De gevolgen van de septembercirculaire 2016 worden eventueel verwerkt in de Nota van wijziging op de begroting, die tegelijk met de programmabegroting in de gemeenteraad wordt besproken.
Uitgangspunten financieel beleid
Rentepercentages
In de begroting zijn de volgende rentes gehanteerd:
1. rente aan te trekken kort vreemd vermogen 0,25%
2. rente aan te trekken lang vreemd vermogen 1,25%
3. rente eigen financieringsmiddelen 1,25%
4. renteomslag 1,35%.
Uitgangspunten financieel beleid
Lokale heffingen
Het uitgangspunt blijft dat de gemeentelijke woonlasten in 2016 gemiddeld genomen niet meer stijgen dan het inflatiepercentage (1,0 %). Tot de gemeentelijke woonlasten worden gerekend de onroerende zaak belastingen, de afvalstoffenheffingen en rioolrechten. Voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht geldt het principe van 100% kostendekking. Bij de vaststelling van de tarieven voor individuele dienstverlening is ook het streven in principe gericht op 100% kostendekkendheid.
Uitgangspunten financieel beleid
Post onvoorzien
De post onvoorzien, opgenomen onder het programma Algemene dekkingsmiddelen, kent een incidenteel en een structureel deel, deze bedragen respectievelijk € 110.000 en € 60.000. De ramingen lopen van € 170.000 in 2017 op tot € 350.000 in 2020. Een beroep op de post voor onvoorziene uitgaven kan worden gedaan als de uitgave onvoorzien, onuitstelbaar en onvermijdbaar is. Hiervoor wordt op dat moment een begrotingswijziging aangeboden aan de gemeenteraad.
Uitgangspunten financieel beleid
Dividenden
De opbrengsten van reguliere dividenden worden op basis van realisatiecijfers 2016 en de resultaatverwachtingen voor de korte termijn geraamd. De verantwoording van het dividend vindt overigens plaats in het jaar van het besluit tot dividenduitkering door de betrokken onderneming.
Uitgangspunten financieel beleid
Kapitaallasten
De kapitaallasten (rente en afschrijving) worden aan producten en programma´s doorberekend. De rente door middel van een renteomslag-percentage en de afschrijvingen op basis van de economische levensduur.
Enkele investeringen worden gedekt uit reserves. In dat geval wordt de investering geactiveerd en vervolgens afgeschreven conform het vastgestelde activabeleid. De voor dekking aangewezen reserves worden in de reserve dekking afschrijvingslasten gestort, waarna de jaarlijkse afschrijvingslasten uit de reserve worden gedekt.